Geen categorie

Periode 3: biologie

Afgelopen periode zijn we bezig geweest met het vak Biologie. Centraal hierbij stonden de onderwerpen: het hart, circulatiesystemen, gaswisseling en de functies van bloed.

Tijdens de lessen kwamen we verschillende feitjes tegen over gaswisseling bij bepaalde dieren. Het leek ons leuk om de opvallendste en interessantste onder elkaar te zetten.

Cloaca
De cloaca is een opening bij sommige dieren, waardoor urine, ontlasting en genitale afscheidingen (bijvoorbeeld eieren) worden afgegeven. De cloaca is een geslachtsorgaan, maar hoort ook bij het uitscheidingsstelsel.

De fitzroy schildpad is een voorbeeld van een dier dat een cloaca heeft. Bijzonder aan deze schildpad is dat hij hiermee kan ademhalen. Hij kan met zijn cloaca zuurstof opnemen uit water door dit in-en uit de cloaca te pompen en zo vindt er gaswisseling plaats. De schildpad kan hierdoor dagen onder water blijven.

Schermafbeelding 2018-05-05 om 15.19.09

Huid
Veel amfibieën kunnen ademhalen via de huid door een aanpassing in de huidstructuur. Ze hebben een hele dunne huid, waar zuurstof doorheen kan en halen op die manier adem. Deze manier van ademhalen wordt vooral gebruikt op vochtige plekken.

Alle kikkers, behalve de Barbourula kalimantanensis, hebben longen en kunnen dus ook via de longen ademhalen. De Barbourula kalimantanensis en meer dan de helft van alle salamanders hebben geen longen en zijn afhankelijk van huidademhaling. De salamanders leven op vochtige plekken en de longloze kikker leeft bijna zijn hele leven onder water.

Luchtzakken
Vogels hebben één paar longen en een paar luchtzakken die afwisselend in- en uitademen.

Schermafbeelding 2018-05-04 om 15.20.40
Bron: Campbell, Reece, Urry, Cain, Wasserman, Minorsky, Jackson. (2015).
Biologie a global approach. Pearson.

  1.     Bij de eerste inademing gaat de zuurstofrijke lucht via de luchtpijp naar de achterste luchtzakken.
  2.     Bij de eerste uitademing stroom de zuurstofrijke lucht naar de longen.
  3.     Bij de tweede inademing stroomt de zuurstofarme lucht naar de voorste luchtzakken.
  4.     Bij de tweede uitademing stroom al het zuurstofarme lucht vanuit de voorste luchtzakken naar buiten.

Stap 1 en 3 vinden tegelijkertijd plaats, net als stap 2 en 4. Hierdoor is er de hele tijd gaswisseling mogelijk, wat nodig is omdat een vogel tijdens het vliegen veel energie verbruikt. Door de continue gaswisseling kan een vogel zich ook op grote hoogte begeven, terwijl bergbeklimmers last krijgen van het zuurstoftekort.

De meeste vogels hebben 9 luchtzakken; 5 voorste luchtzakken en 4 achterste luchtzakken.

Schermafbeelding 2018-05-05 om 16.12.00
https://de-struisvogel9.webnode.nl/informatie/hoofdstuk-1/

Lang onder water blijven
Verschillende zoogdieren die in het water leven kunnen diep duiken en daar een lange tijd blijven zonder naar de oppervlakte te komen om adem te halen. Dit kunnen zij omdat zij zich door evolutie hebben aangepast.

Een voorbeeld van zo’n zoogdier is de weddellzeehond, een van de meest voorkomende zeehonden in Antarctica.

Een aanpassing van dit dier is dat ze veel zuurstof in hun lichaam kunnen opslaan. Vergeleken met mensen hebben ze kleine longen, maar ze hebben 2 keer zoveel bloed als mensen per kilogram lichaamsmassa. Ook hebben ze een hoge concentratie van het zuurstofbindende eiwit myoglobine in hun spieren, waardoor ze veel meer zuurstof kunnen opslaan.

Ze kunnen niet alleen veel zuurstof opslaan, maar gebruiken ook veel minder. Als ze zwemmen gebruiken ze bijna geen spieren, hun hartslag daalt en het bloed gaat alleen naar de belangrijke delen van het lichaam (o.a. de hersenen en de ogen). Er gaat bijna geen bloed naar de spieren, en als ze lang duiken helemaal geen. Als een duik langer dan 20 minuten duurt, halen de spieren minder zuurstof uit myoglobine en gaan over op fermentatie (ATP maken zonder gebruik van zuurstof).

Schermafbeelding 2018-05-04 om 15.21.02
Bron: Campbell, Reece, Urry, Cain, Wasserman, Minorsky, Jackson. (2015).
Biologie a global approach. Pearson

Deze periode vonden wij persoonlijk erg leuk en interessant, omdat we veel geleerd hebben over het menselijk lichaam, maar ook over hoe erg het soms overeenkomt, of juist verschilt met het dierlijk lichaam. Ook hebben we ons soms verbaasd over hoe bijzonder het is dat bepaalde delen van een lichaam zijn afgestemd op hun functie.   

Volgende periode hebben we het over DNA (moleculaire- en celbiologie). Bij het praktijkgedeelte gaan we DNA knippen en plakken en zo een nieuw stuk DNA maken.

– Anna

 

Plaats een reactie